Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, omdat gij in Mijn inzettingen niet gewandeld, en Mijn rechten niet gedaan hebt, maar naar de [33]rechten der heidenen, die rondom u zijn, gedaan hebt. 33. Of, wijzen. Versta hun afgodische rechten, die God hun verboden had, enigszins na te volgen; Lev.18:3, en Lev.20:23; Deut.12:29,30, en Deut.18:14; boven hfdst.5 vs.7, worden de Joden bestraft omdat zij naar de rechten der heidenen niet leefden. Doch zie daarvan de aantekening aldaar.